Eerste oogst op wijndomein in Boechout: onze reporter plukt meeGazet van Antwerpen 22/10/2016 om 08:00 door Johan Van Baelen
Omdat acht mannen een zot idee wilden realiseren, offerden 65 Boechoutenaars, Kempenaars en zelfs Limburgers vorig weekend hun vrije zaterdag op voor de allereerste druivenpluk van wijndomein Oud Conynsbergh. Ook CittA was er voor dag en dauw bij om mee de handen uit de mouwen te steken.
De initiatiefnemers van de wijnbouw in Boechout hebben zich gegroepeerd rond de Tafel van Acht. Lode Van den Brande, Johan Meulepas, Luc Janssens, Jan Geyvaerts, Eric Berckmans, Paul Corluy, Peter Melders en Gert Van Laer vormen een vriendengroep die al jaren samenkomt. Daar kwam natuurlijk wijn bij kijken en tijdens wijnreizen naar het Italiaanse Piemonte mijmerden ze over een eigen wijngaard. Die overpeinzingen werden telkens licht beneveld weer opgeborgen, maar bleven sudderen. Zeven tafelridders waren getuige bij het huwelijk van de achtste, Lode Van den Brande. “We hebben de trouw toen een beetje ingekleurd”, vertelt Eric. “Daarna nodigde Lode ons allemaal uit voor een etentje. Toen kwam de eigen wijngaard weer ter sprake. ‘Waarom zouden we het niet doen?’, vroeg Lode, ‘we praten er al zo lang over.’ Zo stapten we van een zot idee naar de realisatie.” Al snel werden de eerste ranken geplant aan de voet van de gerestaureerde Steenen Molen van Boechout. Op dat proefveld groeien zes verschillende druivensoorten. De Acht hebben intussen ook op andere akkers beplant. De ranken moeten drie jaar groeien vooraleer je druiven kan oogsten, en vandaag is het zover. De mannen blijven redelijk rustig, maar ook voor hen is dit een speciaal moment. Al drie jaar gaat zowat alle vrije tijd, zeker tussen mei en september, naar de wijngaarden. Dan is een oogst een welkome afwisseling. Biodynamisch
In de Eekstraat in Vremde staat een groep mensen keuvelend te wachten op de Boechoutse wijnboeren. Het zijn vrijwilligers die zich hebben aangemeld op de website van Oud Conynsbergh. Ze zijn nodig en nuttig, want snel zal blijken dat dit serieuze handenarbeid is. De vrijwilligers komen in alle vroegte aan in de Eekstraat in Vremde. “Hartelijk dank voor uw komst”, verwelkomt Lode de tientallen vrijwilligers. Hij stelt zijn zeven kompanen voor en vat de dag samen. “We plukken hier een eerste lading en keren daarna samen terug naar de molen. Daar sorteren we de druiven, voor ze verder worden behandeld.” Hij geeft nog mee dat de Tafel van Acht in het voorjaar heeft beslist over te stappen op biodynamische wijnbouw en dus geen sproeimiddelen meer gebruikt. Omdat zo’n omschakeling niet zonder slag of stoot gebeurt, kregen meeldauw en valse meeldauw (schimmelinfectie of witziekte, die zorgt voor een witte of grijze schimmel die de plantengroei afremt, red.) vrij spel. Hij waarschuwt de plukkers voor wat ze te zien gaan krijgen als ze zich bukken naar de druiventrossen. “Het natte voorjaar en het omschakelen naar de biodynamica zullen ervoor zorgen dat je af en toe trossen ziet, die er eerder uitzien als rozijnen. Of trossen waar zulke ‘rozijnen’ tussen hangen. Die mag je plukken, we sorteren die er straks uit.” Daar komt het extreem natte voorjaar nog eens bij. “Het water heeft de planten verzadigd, zodat ze minder zijn gegroeid dan normaal”, verklaart Lode. “Nog één belangrijke tip”, roept Johan Meulepas, terwijl de enthousiaste plukkers de snoeischaren vastpakken. “Knip alleen wat je ziet. Blijf kijken naar de stengel die je knipt. Een ongeluk is snel gebeurd.” De plukkers hebben een serieuze klus voor de boeg, want op de 1,3 hectare van de Eekstraat staan 5.200 wijnstokken, elk met een achttal trossen eraan. Terwijl de plukkers twee aan twee aan een rij ranken beginnen, gaan we dieper het veld in. Hier hangen dikke, volle trossen en vooraan niet? “Onze enige buur in de Eekstraat, de man die tegenover ons veld woont, belde op een avond. Hij kwam thuis en zag nog net mensen met emmers naar hun auto rennen en wegsnellen”, zegt Jan Geyvaerts, een van de Acht. “Schandalig toch. Je ziet het aan die eerste rijen en op de kop van de rijen verderop. Die zijn gaan lopen met de arbeid van een ander. Er is serieus geshopt en veel meer dan we aanvankelijk dachten. Waarom? Ik weet het niet, om wijn te maken heb je veel meer druiven nodig dan dat. Druivensap?” “In de Bourgogne is diefstal van druiven schering en inslag”, pikt Geurt van Rennes in, wijnbouwdeskundige en initiatiefnemer van het enige Belgische wijnkasteel Genoels-Elderen in het Limburgse Riemst. In het Kenniscentrum voor Vlaamse Wijnbouw gaf hij les aan de Acht en hij is ze blijven adviseren. “Het Kenniscentrum heeft al drie jaar slechte oogsten. Het vermoeden bestaat dat boeren die in de problemen zitten, stelen van collega’s van de topwijnhuizen. In Wenen hebben ze er ook van. De druiven zijn daar gepikt door Oost-Europeanen die thuis zowat allemaal wijn maken. In Italië en Griekenland stelen ze de bladeren van de planten omdat er veel gerechten zijn die ze rollen en garen in wijnbladeren.” Druif op de wonde
Geen kwartier nadat Johan de vrijwilligers heeft gewaarschuwd, lopen twee dames vanuit de wijngaard naar hem toe. Eentje houdt haar vinger omhoog. “Toch niet gesneden”, vraagt hij. Jawel, hoor. Omdat de verbanddoos in de molen ligt, neemt hij een vers geplukte druiventros uit een mand, plukt er enkele druiven af en perst die uit boven de wonde. “Toen ik vorig jaar in de champagnestreek bij de pluk ging helpen, had ik hetzelfde voor: een jaap van een wonde. Kwam die boer met dit middeltje af. ‘Niet pruilen, voortdoen’, zei hij. De gewonde dame draait nog snel een zakdoekje rond de vingertop en gaat opnieuw aan de slag. Terwijl de plukkers de ene box na de andere vullen, rijden we met Gert Van Laer naar nieuwe aanplantingen in de Mussenhoevelaan in Boechout. “Na die memorabele avond met Lode hebben we de koe bij de horens gevat. We zijn cursussen gaan volgen en hebben geen enkele wijnproeverij overgeslagen, want je moet weten waarover je het hebt. We hebben de bodem laten analyseren, omdat niemand geloofde dat er in Boechout een druif kon groeien. Die resultaten bleken perfect voor de wijnbouw. Volgens ons businessplan zijn we rendabel als we tien hectare aanplanten.” In de Mussenhoevelaan wordt pas duidelijk hoe groot het project van de Acht is. “Dit jaar hebben we in de Melkkuipstraat samen 18.000 nieuwe planten aangeplant”, zegt Gert fier. Elke rank is een aantal keer vastgebonden aan draden die de boompjes netjes op een rij plaatsen. Het lijnenspel op de akker is overweldigend, maar tegelijk denk je: wat een werk! “Goed dat Paul en Peter vol- en halftijds bezig kunnen zijn met het sproeien, bijsnoeien, ontbladeren, schoffelen, enzovoort. In sommige weekends moet je een beroep doen op meer volk. Daarom bouwen we een groep van vrijwilligers op. Ze helpen bij het opbinden van de groeiende planten, het snoeien, het weghalen van het teveel aan druiventrossen en bij de pluk.” |
FOTO'S: FREDERIK BEYENS
Voor de pluk kan de Tafel van Acht rekenen op heel wat vrijwilligers.
De vrijwilligers komen in alle vroegte aan in de Eekstraat in Vremde.
De Tafel van Acht (van links naar rechts): Paul Corluy, Gert Van Laer, Johan Meulepas, Eric Berckmans, Lode Van den Brande, Luc Janssens, Jan Geyvaerts en Peter Melders.
De druiven worden gesorteerd.
Gekneusde druiven worden aangevoerd via de gele slang. Adviseur Geurt van Rennes (rechts) ziet erop toe hoe Gert Van Laer de laatste druiven uit de slang overhevelt, samen met de zoon van één van de Acht.
|
Boechout-gevoel
Dirk Van Osselaer is zo’n vrijwilliger. Hij woont in Kontich-Kazerne, maar haalt elk weekend bloem in de molen van Boechout. “Ik leerde de molen kennen, nadat ik er de veertigste verjaardag van mijn vrouw had georganiseerd. Vorig weekend hoorde ik van de druivenpluk. Ik heb me dan ingeschreven via de website. Ik ga het hier niet tot vannacht trekken, want morgen loop ik de marathon van Amsterdam.”
Naast hem staat Peter Van der Smissen. “Ik ken Lode, mijn echtgenote Ilse heeft nog voor hem gewerkt. Ik kreeg een sympathiek opgestelde en uitnodigende mail van Liesl, die de administratie voor de Tafel van Acht doet. Ik dacht: daar moet ik bij zijn. Al was het wel even schrikken toen ik het aanvangsuur hoorde. Maar goed, ik ben ook en vooral Boechoutenaar. Dat is een belangrijk aspect als je het over motivatie hebt. Ik ken enkele initiatiefnemers, omdat ik er af en toe een pintje mee pak.”
“Dat is toch wel een belangrijk aspect”, vindt Lode Van den Brande. “Van oudsher lag Boechout tussen Lier en Antwerpen. Dat is de grote stad en Lier, die wilden erg standvastig zichzelf zijn. Dan zit je hier met een kleine gemeenschap die erg open is en waar veel mensen elkÆaar kennen. Dat lukt nog beter door de Molenfeesten die we hier houden en door initiatieven zoals Boechout Verbaast. Dat zijn momenten waarop je mensen kan laten zien wat de gemeente allemaal te bieden heeft en leer je nieuwe inwoners en Boechoutenaars kennen.”
Dirk Van Osselaer is zo’n vrijwilliger. Hij woont in Kontich-Kazerne, maar haalt elk weekend bloem in de molen van Boechout. “Ik leerde de molen kennen, nadat ik er de veertigste verjaardag van mijn vrouw had georganiseerd. Vorig weekend hoorde ik van de druivenpluk. Ik heb me dan ingeschreven via de website. Ik ga het hier niet tot vannacht trekken, want morgen loop ik de marathon van Amsterdam.”
Naast hem staat Peter Van der Smissen. “Ik ken Lode, mijn echtgenote Ilse heeft nog voor hem gewerkt. Ik kreeg een sympathiek opgestelde en uitnodigende mail van Liesl, die de administratie voor de Tafel van Acht doet. Ik dacht: daar moet ik bij zijn. Al was het wel even schrikken toen ik het aanvangsuur hoorde. Maar goed, ik ben ook en vooral Boechoutenaar. Dat is een belangrijk aspect als je het over motivatie hebt. Ik ken enkele initiatiefnemers, omdat ik er af en toe een pintje mee pak.”
“Dat is toch wel een belangrijk aspect”, vindt Lode Van den Brande. “Van oudsher lag Boechout tussen Lier en Antwerpen. Dat is de grote stad en Lier, die wilden erg standvastig zichzelf zijn. Dan zit je hier met een kleine gemeenschap die erg open is en waar veel mensen elkÆaar kennen. Dat lukt nog beter door de Molenfeesten die we hier houden en door initiatieven zoals Boechout Verbaast. Dat zijn momenten waarop je mensen kan laten zien wat de gemeente allemaal te bieden heeft en leer je nieuwe inwoners en Boechoutenaars kennen.”
Hulp van Spijker
Waren die mensen bij het plukken nog verspreid over een grote oppervlakte, dan staan ze voor het sorteren van goede en slechte druiventrossen op een kluitje bij elkaar en blijkt snel dat hun hulp meer dan nodig is. Rond een meterslange tafel sorteren de plukkers van daarnet met man en macht druiven. Onder hen ook acht studenten en twee begeleiders van hotelschool VTI Spijker in Hoogstraten. “We zijn hier met de zevendejaars restaurantbeheer-drankenkennis. Vroeger gingen we in Frankrijk plukken, maar dat gaat niet meer. Daarom is het goed dat we in eigen land terechtkunnen”, zegt Myriam Van Aubel , die samen met Jan Vermeiren de leerlingen begeleidt.
“De leerlingen hebben zes jaar restaurant en keuken gevolgd en zien nu alles van wijnen en later op het jaar bieren, sterkedrank en koffie”, zegt Jan. “Ze zijn echt wel gedreven in hun opleiding tot sommelier. Vier van hen hebben geholpen bij een degustatie, de rest doet dat morgen. Hier is het goed dat ze weten wat er allemaal moet gebeuren om effectief wijn in een glas te krijgen en dat ze weten waarom dat zwarte druifje eruit moet.”
De druiven worden gesorteerd. FOTO: FREDERIK BEYENSHet aantal zwarte druifjes valt al bij al mee. Toch moeten ze eruit gesorteerd worden en dat is gezien de lage temperatuur niet echt plezant. “In feite mag je tussen tien en twintig procent laten zitten”, legt Lode Van den Brande uit. “Maar dat doen we niet omdat we de kwaliteit van onze wijn zo hoog mogelijk willen krijgen. Anders kies je voor een tafelwijntje en dat is niet onze ambitie. We willen elk onderdeel zo professioneel mogelijk aanpakken.”
Naast de sorteerrij staat een gloednieuwe persmachine. Ze scheidt eerst de takjes van de druiven die licht gekneusd gaan rusten in het persvat. Door toevoeging van een enzym doen de pel en de pitjes hun invloed op de smaak gelden. Pas vier uur later wordt de wijn geperst en naar de vaten van 1.200 liter getapt. “Het is zaak om in al die processen niets fout te doen, zodat de druiven niet te vroeg oxideren of gisten”, zegt Lode. “Want een wijn mag dan worden gemaakt in de wijngaard, hij wordt verknoeid in de kelder”, besluit hij met een wijnmakerswijsheid.
Waren die mensen bij het plukken nog verspreid over een grote oppervlakte, dan staan ze voor het sorteren van goede en slechte druiventrossen op een kluitje bij elkaar en blijkt snel dat hun hulp meer dan nodig is. Rond een meterslange tafel sorteren de plukkers van daarnet met man en macht druiven. Onder hen ook acht studenten en twee begeleiders van hotelschool VTI Spijker in Hoogstraten. “We zijn hier met de zevendejaars restaurantbeheer-drankenkennis. Vroeger gingen we in Frankrijk plukken, maar dat gaat niet meer. Daarom is het goed dat we in eigen land terechtkunnen”, zegt Myriam Van Aubel , die samen met Jan Vermeiren de leerlingen begeleidt.
“De leerlingen hebben zes jaar restaurant en keuken gevolgd en zien nu alles van wijnen en later op het jaar bieren, sterkedrank en koffie”, zegt Jan. “Ze zijn echt wel gedreven in hun opleiding tot sommelier. Vier van hen hebben geholpen bij een degustatie, de rest doet dat morgen. Hier is het goed dat ze weten wat er allemaal moet gebeuren om effectief wijn in een glas te krijgen en dat ze weten waarom dat zwarte druifje eruit moet.”
De druiven worden gesorteerd. FOTO: FREDERIK BEYENSHet aantal zwarte druifjes valt al bij al mee. Toch moeten ze eruit gesorteerd worden en dat is gezien de lage temperatuur niet echt plezant. “In feite mag je tussen tien en twintig procent laten zitten”, legt Lode Van den Brande uit. “Maar dat doen we niet omdat we de kwaliteit van onze wijn zo hoog mogelijk willen krijgen. Anders kies je voor een tafelwijntje en dat is niet onze ambitie. We willen elk onderdeel zo professioneel mogelijk aanpakken.”
Naast de sorteerrij staat een gloednieuwe persmachine. Ze scheidt eerst de takjes van de druiven die licht gekneusd gaan rusten in het persvat. Door toevoeging van een enzym doen de pel en de pitjes hun invloed op de smaak gelden. Pas vier uur later wordt de wijn geperst en naar de vaten van 1.200 liter getapt. “Het is zaak om in al die processen niets fout te doen, zodat de druiven niet te vroeg oxideren of gisten”, zegt Lode. “Want een wijn mag dan worden gemaakt in de wijngaard, hij wordt verknoeid in de kelder”, besluit hij met een wijnmakerswijsheid.
Intussen is de eerste lading druiven gesorteerd en worden ze tot in de machine getild. Zowat alle vrijwilligers verzamelen rond de machines: hoewel er amper iets te zien is, blijft het een magisch moment.
“En toch is het nog plezanter om de wijn te proeven”, knipoogt adviseur Geurt van Rennes. “Dan mogen ze bij mij geslaagd zijn in hun schriftelijk en mondeling examen, het echte examen zit in de fles. Vorige week hebben we samen een flesje van hierover geopend”, verklapt hij.
Paul geeft dat toe: “Hoewel de planten nog een jaar te jong waren, hebben we vorig jaar een klein aantal trossen van het proefveld hiernaast geperst. Gewoon om alles uit te proberen. Ik moet zeggen: verrassend goed. Als we zo voortdoen: amai, dan.”
Peter knikt: “Tot ieders verrassing was de wijn erg klaar en fris, fruitig zelfs. Deze fles hebben we nog zelf gestopt. Volgend jaar hebben we wel een professionele stoppenmachine nodig.”
“Tegen dan hebben we een eigen fles, een etiket en een bijpassend logo”, lacht Ludo, die intussen beseft dat hun magisch momentje aan het licht is gekomen. “Het voelt als een beloning”, zegt hij. “Het is een eindpunt van een proces, van veel arbeid ook. Ik vond hem goed, maar hier gaan we wel iets anders maken.”
En wat met de prijs? Gezien het arbeidsintensieve karakter zijn we wel benieuwd. “Belgische wijnen zijn niet goedkoop, maar zijn allemaal wel van hoge kwaliteit”, weet Lode Van den Brande. “Er is een regel , een wijsheid, die het allemaal samenvat: wil je rendabel zijn, dan moet je minstens tien hectare verbouwen, een terroir hebben van minstens tien jaar oud en minstens tien euro per fles vragen. Dat is meteen de reden waarom wijnbedrijven in ons land traag groeien. Weet je wat? We hebben een jaar om de prijs te laten afhangen van de kwaliteit. We zien wel.”
“En toch is het nog plezanter om de wijn te proeven”, knipoogt adviseur Geurt van Rennes. “Dan mogen ze bij mij geslaagd zijn in hun schriftelijk en mondeling examen, het echte examen zit in de fles. Vorige week hebben we samen een flesje van hierover geopend”, verklapt hij.
Paul geeft dat toe: “Hoewel de planten nog een jaar te jong waren, hebben we vorig jaar een klein aantal trossen van het proefveld hiernaast geperst. Gewoon om alles uit te proberen. Ik moet zeggen: verrassend goed. Als we zo voortdoen: amai, dan.”
Peter knikt: “Tot ieders verrassing was de wijn erg klaar en fris, fruitig zelfs. Deze fles hebben we nog zelf gestopt. Volgend jaar hebben we wel een professionele stoppenmachine nodig.”
“Tegen dan hebben we een eigen fles, een etiket en een bijpassend logo”, lacht Ludo, die intussen beseft dat hun magisch momentje aan het licht is gekomen. “Het voelt als een beloning”, zegt hij. “Het is een eindpunt van een proces, van veel arbeid ook. Ik vond hem goed, maar hier gaan we wel iets anders maken.”
En wat met de prijs? Gezien het arbeidsintensieve karakter zijn we wel benieuwd. “Belgische wijnen zijn niet goedkoop, maar zijn allemaal wel van hoge kwaliteit”, weet Lode Van den Brande. “Er is een regel , een wijsheid, die het allemaal samenvat: wil je rendabel zijn, dan moet je minstens tien hectare verbouwen, een terroir hebben van minstens tien jaar oud en minstens tien euro per fles vragen. Dat is meteen de reden waarom wijnbedrijven in ons land traag groeien. Weet je wat? We hebben een jaar om de prijs te laten afhangen van de kwaliteit. We zien wel.”