Nederlands Limburg
Nederland heeft de afgelopen jaren aan een reeks Nederlandse wijngebieden de BOB status verleend. Er zijn in Nederland inmiddels 6 wijnregio’s met een BOB waarvan 3 in Limburg. In Limburg de Maasvallei, het Mergelland en Vijlen.
2018 Twee Nederlandse BOB's erkendIn februari 2018 is de tweede Nederlandse BOB door de EU officieel erkend. BOB Mergelland.
2017 Eerste Nederlandse BOBIn 2017 is de eerste Nederlandse BOB een feit. BOB Maasvallei Limburg. Nadat er in Nederland jarenlang discussie werd gevoerd over het al dan niet opnemen van hybriden in de BOB-aanvragen werden er na Mergelland en Vijlen, de eerste uitsluitend Vitis vinifera, de tweede ook met hybriden, nog enkele aanvragen voor de erkenning als BOB bij Europa ingediend. Hierbij ook voor Maasvallei Limburg. Deze was een kopie van de Belgische aanvraag voor een BOB Maasvallei Limburg. In 2017 werden zowel de Belgische als de Nederlandse erkend.
Nederlandse fruitteeltsector heeft interesse in wijnbouw2012 BOB aanvragen Nederlands LimburgNa jaren van discussie over het al dan niet gebruiken van hybriden heeft in Nederland deze discussie uiteindelijk gevoerd tot twee BOB aanvragen. Een aanvraag voor een BOB Mergelland met uitsluitende Vitis vinifera en een aanvraag voor een BOB Vijlense heuvelrug met in deze aanvraag meerdere hybrides.
BOB Mergelland productdossier BOB Vijlense heuvelrug productdossier |
Nederlands Limburg
www.apostelhoeve.nl www.wijngaardraarberg.nl www.hoevenekum.nl www.fromberg.nl www.wijngoed-thorn.nl www.rubaiyat.nl www.wijngaardslavante.nl www.chateaugilbert.nl www.ewdm.nl www.aldenborgh.nl www.lecoqfrise.nl www.sjtejneberg.nl www.roozendael.nl www.opgenheugde.nl www.florop.com www.elkandre.nl www.deheerenhoeve.tk www.wijndomeindeplanck.nl www.klauwes.nl www.deplaats.li www.wijngaardmartinus.nl |
BOB Mergelland
|
1990 Gemiste kans voor BOB (AOC) Nederlands Limburg
Comité de Patronage van het Limburgs Wijnbroederschap

In 1987 was ik in een werkgroep actief om een stichting in het leven te roepen die de Nederlands Limburgse wijnbouwers zou organiseren. Dit ‘Comité de Patronage van een Limburgs Wijnbroederschap’ zou als belangrijkste doel hebben om te komen tot de instelling van een ‘wettelijke beschermde herkomstbenaming’ voor Limburgse wijn met zodanige wettelijke bepalingen ten opzichte van ‘toegestane druiven en technieken’ dat de ‘goede naam en faam’ van de Limburgse wijn beschermd zou worden. Ook zou een dergelijk wettelijk kader nieuwe wijnbouwers aanzetten tot het maken van kwalitatieve keuzes.
Ik had een inventaris opgemaakt van alle Nederlands Limburgse wijngaarden, waarin, op enkele stokken na, geen hybride te bespeuren viel. De voorwaarde voor een Vitis vinifera als basis voor de wijnbouw was evident. De statuten waren gereed om voor de notaris te passeren toen op de laatste vergadering de grootste, en enige echt commerciële wijnbouwer, Hugo Hulst, zich van het project distantieerde. Gelukkig was alle werk dat ik had verricht niet vergeefs. Het ligt immers aan de basis van het starten van de wijnbouw rond het Wijnkasteel Genoels-Elderen.
Nu, 20 jaar later zijn wijnbouwers in Nederlands Limburg bezig om een BOB (beschermde oorkomst benaming) te verkrijgen. Maar inmiddels zijn er ook veel wijngaarden met hybriden aangeplant. Doordat de EU in het Europese wijnbeleid ook rigoureus voor kwaliteit heeft gekozen, is het niet mogelijk om aan een met hybriden aangeplante wijngaard de BOB-status te verlenen.
Nu, 20 jaar later zijn wijnbouwers in Nederlands Limburg bezig om een BOB (beschermde oorkomst benaming) te verkrijgen. Maar inmiddels zijn er ook veel wijngaarden met hybriden aangeplant. Doordat de EU in het Europese wijnbeleid ook rigoureus voor kwaliteit heeft gekozen, is het niet mogelijk om aan een met hybriden aangeplante wijngaard de BOB-status te verlenen.
Van 1987, Comité de Patronage van het Limburgs Wijnbroederschap, tot 2018, twee Nederlandse BOB’s
In 1987 was ik in een werkgroep actief om een stichting in het leven te roepen die de Nederlands Limburgse wijnbouwers zou organiseren. Dit ‘Comité de Patronage van een Limburgs Wijnbroederschap’ zou als belangrijkste doel hebben om te komen tot de instelling van een ‘wettelijke beschermde herkomstbenaming’ voor Limburgse wijn met zodanige wettelijke bepalingen ten opzichte van ‘toegestane druiven en technieken’ dat de ‘goede naam en faam’ van de Limburgse wijn beschermd zou worden. Ook zou een dergelijk wettelijk kader nieuwe wijnbouwers aanzetten tot het maken van kwalitatieve keuzes.
Ik had een inventaris opgemaakt van alle Nederlands Limburgse wijngaarden, waarin, op enkele stokken na, geen hybride te bespeuren viel. De voorwaarde voor een Vitis vinifera als basis voor de wijnbouw was evident. De statuten waren gereed om voor de notaris te passeren toen op de laatste vergadering de grootste, en enige echt commerciële wijnbouwer, zich van het project distantieerde omdat er onder de wijnbouwers iemand zou zijn die de ‘spelregels’ niet respecteerde.
In het begin van deze eeuw waren er wijnbouwers in Nederlands Limburg bezig om een BOB (zeg maar AOC) te verkrijgen. Maar inmiddels waren er ook veel wijngaarden met hybriden aangeplant. Doordat de EU in het Europese wijnbeleid ook rigoureus voor kwaliteit heeft gekozen, is het niet mogelijk om aan een met hybriden aangeplante wijngaard de BOB-status te verlenen.
Door het ontbreken van enig wettelijk kader hebben een aantal nieuwe wijnbouwers hybriden aangeplant, zonder hierdoor lager ‘geklasseerd’ te worden. Er was immers geen ‘klassering’. De wijnbouwers die de afgelopen twintig jaar voor gemak kozen, weigerden akkoord te gaan met de aanvraag voor een BOB in Limburg wanneer hybriden daarvan zouden worden uitgesloten. Gelukkig is, wat mij twintig jaar geleden niet is gelukt, nu wel gelukt. Nederland heeft nu twee BOB’s, Maasvallei Limburg en Mergelland. De wijnbouwers van goede Limburgse wijn hadden er immers al heel lang recht op.
In 1987 was ik in een werkgroep actief om een stichting in het leven te roepen die de Nederlands Limburgse wijnbouwers zou organiseren. Dit ‘Comité de Patronage van een Limburgs Wijnbroederschap’ zou als belangrijkste doel hebben om te komen tot de instelling van een ‘wettelijke beschermde herkomstbenaming’ voor Limburgse wijn met zodanige wettelijke bepalingen ten opzichte van ‘toegestane druiven en technieken’ dat de ‘goede naam en faam’ van de Limburgse wijn beschermd zou worden. Ook zou een dergelijk wettelijk kader nieuwe wijnbouwers aanzetten tot het maken van kwalitatieve keuzes.
Ik had een inventaris opgemaakt van alle Nederlands Limburgse wijngaarden, waarin, op enkele stokken na, geen hybride te bespeuren viel. De voorwaarde voor een Vitis vinifera als basis voor de wijnbouw was evident. De statuten waren gereed om voor de notaris te passeren toen op de laatste vergadering de grootste, en enige echt commerciële wijnbouwer, zich van het project distantieerde omdat er onder de wijnbouwers iemand zou zijn die de ‘spelregels’ niet respecteerde.
In het begin van deze eeuw waren er wijnbouwers in Nederlands Limburg bezig om een BOB (zeg maar AOC) te verkrijgen. Maar inmiddels waren er ook veel wijngaarden met hybriden aangeplant. Doordat de EU in het Europese wijnbeleid ook rigoureus voor kwaliteit heeft gekozen, is het niet mogelijk om aan een met hybriden aangeplante wijngaard de BOB-status te verlenen.
Door het ontbreken van enig wettelijk kader hebben een aantal nieuwe wijnbouwers hybriden aangeplant, zonder hierdoor lager ‘geklasseerd’ te worden. Er was immers geen ‘klassering’. De wijnbouwers die de afgelopen twintig jaar voor gemak kozen, weigerden akkoord te gaan met de aanvraag voor een BOB in Limburg wanneer hybriden daarvan zouden worden uitgesloten. Gelukkig is, wat mij twintig jaar geleden niet is gelukt, nu wel gelukt. Nederland heeft nu twee BOB’s, Maasvallei Limburg en Mergelland. De wijnbouwers van goede Limburgse wijn hadden er immers al heel lang recht op.