Gentechnologie
Het zal niemand verwonderen dat laboratoria in verschillende wijnlanden momenteel middels genetische manipulatie proberen om doelgerichte wijzigingen in het genetische materiaal van de druivenstok aan te brengen. Met behulp van bacteriën kan een erfelijke eigenschap (het gen) van de ene plant op de andere plant worden overgebracht. Er zijn enkele zaken waar men zich op concentreert; Phylloxera resistentie, ziekteresistentie (met name valse en echte meeldauw), verhoogde aanmaak van bepaalde stoffen (bepaalde aroma’s of antioxidanten),
Is een bepaalde druif, van een Oost-Amerikaanse soort bijvoorbeeld, resistent tegen meeldauw, dan is het mogelijk om die eigenschap op die manier op een andere druif die nog niet meeldauw-resistent is, over te dragen. Chemische bestrijding van meeldauw is dan niet meer nodig. De biologische wijnbouw zou hierdoor zeker vergemakkelijkt kunnen worden, maar in de biologische wijnbouw is de aanplant van gemanipuleerde wijnstokken niet toegestaan.
Een andere mogelijke ontwikkeling is het inbouwen van een ‘Gezondheidsgen’. Bijvoorbeeld om druiven te krijgen met een heel hoog aandeel antiöxidanten zoal resveratrol bijvoorbeeld. Of het aanpassen van de druiven op het gebied van de ontwikkeling van bepaalde stoffen die voor de latere aromaontwikkeling belangrijk zijn. Er is echter nog een mogelijkheid die in bepaalde landbouwgewassen effectief toegepast wordt. Men bouwt een gen in die de druivenstok resistent maakt tegen een bepaald sproeimiddel, bijvoorbeeld een quasi alles vernietigende onkruidverdelger. Het is mogelijk, maar dat is toch wel het laatste wat we willen. Waar dit toe zal leiden is op dit moment onmogelijk in te schatten. Maar ook andere aspecten zoals droogtegevoeligheid, warmtegevoeligheid en benodigde rijpingstijd krijgen volop de aandacht.
Zijn genetisch gemanipuleerde druiven gevaarlijk?
In februari 2002 besliste de Europese Unie tot een ‘de facto’ opheffing op het verbod om genetisch gemanipuleerde druivenstokken te planten. Een en ander op voorwaarde dat “de gepaste maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de gezondheid van de mens en de omgeving in het gevaar komt”. In de praktijk betekent dit dat men bij de stokken de bloemknoppen verwijdert, nog voor dat deze open gaan. Er zal dus van druiven en wijn in geen geval sprake zijn. Toch werden de eerste proefwijngaarden die in de Elzas werden aangelegd door tegenstanders binnen de kortste keren vernietigd. De weerstand tegen genetisch gemanipuleerde druiven is in Europa heel groot, en in Frankrijk gaan de tegenstanders werkelijk op de barricaden als de wetgever verdere versoepeling zou overwegen.
Maar in het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch heeft de universiteit in 2009 een hectare genetisch gewijzigde druivelaars aangeplant. Het is de bedoeling om te testen of men er in geslaagd is om de resistentie tegen bepaalde ziektes in te bouwen in de Vitis Vinifera. Op zich is dit door het kweken van hybriden ook al gelukt. Maar nu hoopt men niet de slechte smaak van de Oost-Amerikaanse rassen mee in de nieuwe druif te hebben gekopieerd. Bovendien zouden de druiven sneller rijp moeten zijn dan de natuurlijke Vitis Vinifera soort. Men zou ook druivelaars kunnen ontwikkelen die beter tegen de droogte kunnen. Vooral interessant voor wijngebieden in bijvoorbeeld het midden van Spanje die nu al met droogte te kampen hebben.
Tegenstanders beweren dat de invloed van genetisch gemanipuleerde stokken onvoorspelbaar blijft. Het risico dat zij een ecologische catastrofe veroorzaken is immers nooit op voorhand uit te sluiten. Niet alleen de natuur maar ook de economie en volksgezondheid kunnen gevaar lopen.
Van de andere kant kan men zich ook afvragen in hoeverre de manipulatie iets anders is dan wat er in de natuur volledig ongecontroleerd gebeurt. Duizenden jaren zijn er spontane genetische wijzigingen bij de wijndruif. Het is zelfs aan deze spontane mutaties te danken dat de Vitis Vinifera überhaupt is ontstaan. Recente studies van de Pinot Noir hebben aangetoond dat er op dit moment meer dan twee miljoen genetisch verschillende klonen bestaan. En recent DNA onderzoek legt keer op keer nieuwe verrassingen bloot als het over de oorsprong van de belangrijkste variëteiten gaat. De toekomst gaat het uitwijzen of er een toekomst voor GMO-wijnstokken is, maar de hybriden zullen nooit een rol van betekenis gaan spelen.
Het zal niemand verwonderen dat laboratoria in verschillende wijnlanden momenteel middels genetische manipulatie proberen om doelgerichte wijzigingen in het genetische materiaal van de druivenstok aan te brengen. Met behulp van bacteriën kan een erfelijke eigenschap (het gen) van de ene plant op de andere plant worden overgebracht. Er zijn enkele zaken waar men zich op concentreert; Phylloxera resistentie, ziekteresistentie (met name valse en echte meeldauw), verhoogde aanmaak van bepaalde stoffen (bepaalde aroma’s of antioxidanten),
Is een bepaalde druif, van een Oost-Amerikaanse soort bijvoorbeeld, resistent tegen meeldauw, dan is het mogelijk om die eigenschap op die manier op een andere druif die nog niet meeldauw-resistent is, over te dragen. Chemische bestrijding van meeldauw is dan niet meer nodig. De biologische wijnbouw zou hierdoor zeker vergemakkelijkt kunnen worden, maar in de biologische wijnbouw is de aanplant van gemanipuleerde wijnstokken niet toegestaan.
Een andere mogelijke ontwikkeling is het inbouwen van een ‘Gezondheidsgen’. Bijvoorbeeld om druiven te krijgen met een heel hoog aandeel antiöxidanten zoal resveratrol bijvoorbeeld. Of het aanpassen van de druiven op het gebied van de ontwikkeling van bepaalde stoffen die voor de latere aromaontwikkeling belangrijk zijn. Er is echter nog een mogelijkheid die in bepaalde landbouwgewassen effectief toegepast wordt. Men bouwt een gen in die de druivenstok resistent maakt tegen een bepaald sproeimiddel, bijvoorbeeld een quasi alles vernietigende onkruidverdelger. Het is mogelijk, maar dat is toch wel het laatste wat we willen. Waar dit toe zal leiden is op dit moment onmogelijk in te schatten. Maar ook andere aspecten zoals droogtegevoeligheid, warmtegevoeligheid en benodigde rijpingstijd krijgen volop de aandacht.
Zijn genetisch gemanipuleerde druiven gevaarlijk?
In februari 2002 besliste de Europese Unie tot een ‘de facto’ opheffing op het verbod om genetisch gemanipuleerde druivenstokken te planten. Een en ander op voorwaarde dat “de gepaste maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de gezondheid van de mens en de omgeving in het gevaar komt”. In de praktijk betekent dit dat men bij de stokken de bloemknoppen verwijdert, nog voor dat deze open gaan. Er zal dus van druiven en wijn in geen geval sprake zijn. Toch werden de eerste proefwijngaarden die in de Elzas werden aangelegd door tegenstanders binnen de kortste keren vernietigd. De weerstand tegen genetisch gemanipuleerde druiven is in Europa heel groot, en in Frankrijk gaan de tegenstanders werkelijk op de barricaden als de wetgever verdere versoepeling zou overwegen.
Maar in het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch heeft de universiteit in 2009 een hectare genetisch gewijzigde druivelaars aangeplant. Het is de bedoeling om te testen of men er in geslaagd is om de resistentie tegen bepaalde ziektes in te bouwen in de Vitis Vinifera. Op zich is dit door het kweken van hybriden ook al gelukt. Maar nu hoopt men niet de slechte smaak van de Oost-Amerikaanse rassen mee in de nieuwe druif te hebben gekopieerd. Bovendien zouden de druiven sneller rijp moeten zijn dan de natuurlijke Vitis Vinifera soort. Men zou ook druivelaars kunnen ontwikkelen die beter tegen de droogte kunnen. Vooral interessant voor wijngebieden in bijvoorbeeld het midden van Spanje die nu al met droogte te kampen hebben.
Tegenstanders beweren dat de invloed van genetisch gemanipuleerde stokken onvoorspelbaar blijft. Het risico dat zij een ecologische catastrofe veroorzaken is immers nooit op voorhand uit te sluiten. Niet alleen de natuur maar ook de economie en volksgezondheid kunnen gevaar lopen.
Van de andere kant kan men zich ook afvragen in hoeverre de manipulatie iets anders is dan wat er in de natuur volledig ongecontroleerd gebeurt. Duizenden jaren zijn er spontane genetische wijzigingen bij de wijndruif. Het is zelfs aan deze spontane mutaties te danken dat de Vitis Vinifera überhaupt is ontstaan. Recente studies van de Pinot Noir hebben aangetoond dat er op dit moment meer dan twee miljoen genetisch verschillende klonen bestaan. En recent DNA onderzoek legt keer op keer nieuwe verrassingen bloot als het over de oorsprong van de belangrijkste variëteiten gaat. De toekomst gaat het uitwijzen of er een toekomst voor GMO-wijnstokken is, maar de hybriden zullen nooit een rol van betekenis gaan spelen.