De Belgische wijnbouw in 1852
Onlangs vond ik een boek over de Belgische wijnbouw uit 1852. Hieruit blijkt dat er sprake was van een economisch belangrijke wijnbouwsector met veel informatie over wijngaarden, druiven en vinificatie-technieken. Onze negentiende-eeuwse wijnbouw was veel omvangrijker dan in het algemeen wordt aangenomen. Vrijwel alle Vlaamse kloosters bezaten wijngaarden. Zo hadden de Trapisten van Westmalle bijvoorbeeld meer dan vijf hectaren wijngaard in exploitatie. Veel meer hierover zal in mijn boek te lezen zijn.
|
"De huidige wijngaarden in de Kempen, Limburg en Brabant zijn, op enkele uitzonderingen na, zeer recent. De Putte-wijngaard werd in 1848 geplant door de heer Rampelbergh en de heer Opdebeck en heeft nu 5.500 planten. Die van de jezuïeten van Lierre dateert uit hetzelfde jaar en vormt vandaag een mooie afsluiting in vol bedrijf. De wijngaard van de Trappisten van Westmalle, tussen Antwerpen en Turnhout, bestond aanvankelijk uit een twintigtal are, maar is door opeenvolgende aanplantingen, gedaan in 1846, 1848, 1850 en 1851, gegroeid en strekt zich nu uit tot meer dan vijf hectare, zowel binnen als buiten de ommuring. De Abdij van Tongerloo heeft sinds 1850 een hectare wijnstokken in haar ommuring. De muren zijn ook bekleed met rode en witte wijnstokken. De Abdij van Averbode heeft ook een hectare wijnstokken, maar dan buiten de ommuurde clos, zodat ze niet zo beschut is als de Abdij van Tongerloo. Bij Tremeloo is er een heuvel met wijnstokken beplant. Het trappistenklooster in Achel heeft ongeveer een halve hectare. De Abdij van Postel is vorig jaar begonnen met de aanplant van wijnstokken in Diest, Montaigu, Gheel, Turnhout, Antwerpen, Waelhem, Berlaer, Heyst-op-den-(berg), enz."
|
Pinot noirIn het midden van de 19e eeuw was de Pinot noir, toen Morillon noir genoemd, een belangrijke druif in onze streken.
Inmiddels heeft de Pinot noir bij ons weer zijn plaats als de beste blauwe druif ingenomen.
|